Het parlement van de Raad van Europa keurde vandaag een aanbeveling van Petra De Sutter (Groen) goed om donoranonimiteit uit te faseren. Toekomstige donorkinderen zouden de identiteit van hun donor op hun 16e of 18e verjaardag kunnen opvragen, indien lidstaten zoals België deze aanbeveling volgen. "Donorkinderen die zich vragen stellen over hun biologische afkomst zouden in de toekomst een antwoord van hun donor moeten kunnen krijgen," vindt De Sutter.
Volgens het Internationale Verdrag inzake de Rechten van het Kind (1989) hebben kinderen, voor zover mogelijk, het recht hun ouders te kennen. Tot op heden vielen donorkinderen uit de boot. Het rapport van Petra De Sutter komt hieraan tegemoet.
"Mijn rapport in de Raad van Europa maakt duidelijk dat de anonimiteit van donoren steeds minder houdbaar is, zeker in tijden van online DNA-tests. Ik geloof dat vele Europese landen de anonimiteit stap voor stap zullen uitfaseren, tot ze uiteindelijk niet meer zal bestaan," zegt De Sutter. "Maar donoren blijven donoren en krijgen geen ouderlijke rechten of verantwoordelijkheden. Dit blijft onveranderd."
In Zweden, Duitsland, Zwitserland, Nederland, Oostenrijk, Finland, IJsland en het Verenigd Koninkrijk doneren mensen sperma of eicellen zonder anonimiteit. Hoewel men eerst dacht dat dit tot grote tekorten zou leiden, blijkt het tegendeel. In Zweden (waar de anonimiteit in 1984 reeds werd afgeschaft) en het Verenigd Koninkrijk (in 2005) blijven donoren zich aanmelden. Meestal zijn ze iets ouder en hebben ze langer kunnen nadenken over hun beslissing om te donoren. Volgens de aanbeveling van De Sutter zou een centrale databank (beheerd door de overheid) de gegevens van donoren en donorkinderen in de toekomst moeten beheren.
"Het is nu aan de ministers van Buitenlandse Zaken van de 47 lidstaten van de Raad van Europa om te beslissen of ze mijn aanbeveling volgen. In België is de politieke situatie geblokkeerd. Met mijn rapport hoop ik de volgende legislatuur deze belangrijke knoop te ontwarren," aldus De Sutter.