Mijn pad
Een mensenmens
Op maandag 10 juni 1963 zag ik voor het eerst het licht in Oudenaarde, de parel van de Vlaamse Ardennen. Mijn jeugd was er een omringd door boeken, muziek en veel ouderlijke liefde. Het werd mij al vrij snel duidelijk dat ik een beroep wilde waarin wetenschap met het menselijke verzoend wordt. Mijn keuze viel op geneeskunde. Meer dan 30 jaar lang werkte ik als gynaecoloog en professor Reproductieve Geneeskunde. Het was een mooie tijd en de vele contacten met patiënten hebben me gevormd. Omdat ik zelf ook een tijdlang patiënt ben geweest, weet ik hoe belangrijk het is om bij je arts een luisterend oor te vinden.
Een tweede carrière
Als arts zag ik het effect van schadelijke hormoonverstorende stoffen op de gezondheid van mensen. Ze zitten in de telefoons waarmee we bellen, de kleren die we dragen, het speelgoed van onze kinderen. Deze ontdekking dreef mij in 2014 in de armen van de politiek: beleid en regels zijn nodig om mensen te beschermen. Mijn dada’s zijn seksuele en reproductieve gezondheid, vrouwenrechten, een socialer Europa en de bescherming van vluchtelingen en mensen uit de LGBTQI+-gemeenschap.
Voor ik minister werd, zetelde ik eerst in de Senaat en daarna in het Europees Parlement waar ik de eerste groene Voorzitter ooit werd van de Commissie Interne markt en Consumentenzaken. Eind september 2020 vroeg mijn politieke partij Groen mij om federale vicepremier en minister van Ambtenarenzaken en Overheidsbedrijven te worden. Ik hoefde niet lang na te denken: het is mijn kans om van ons land een betere thuis te maken voor al haar inwoners.
Meditatie
Als minister word je geleefd. Er blijft amper tijd over voor jezelf, maar ik weet waarom ik het doe. Na al wat het leven mij geboden heeft, krijg ik nu de kans om iets terug te geven. Die kans wil ik ten volle grijpen. Toch is het goed om af en toe eens even halt te houden en stil te staan. Meditatie geeft me de houvast die ik nodig heb om in drukke tijden overeind te blijven. Ik kan het iedereen aanraden. Op de duur kan je zelfs tijdens het wachten op de trein, even jezelf resetten en de kracht vinden om er weer tegenaan te gaan
Op werkbezoek bij de postzegeldrukkerij van bpost in Mechelen
Vijf vragen aan Belgisch vicepremier en minister Petra De Sutter
Omschrijf jezelf in 3 woorden
Nieuwsgierig, sociaal en empathisch
Wat was het eerste dat er door je hoofd ging als je werd aangeduid als minister voor de groenen?
Oh my God!, was het eerste dat door mijn hoofd schoot.
En uiteraard ook fierheid en dankbaarheid voor het vertrouwen dat de partij in mij heeft gesteld. Die gevoelens gaan gepaard met een groot plichts- en verantwoordelijkheidsgevoel. Ik krijg nu dik drie jaar de tijd om te bewijzen dat groen beleid goed is voor mens en planeet en dat het mogelijk is om beiden te verzoenen op een sociale manier.
Als je een wens zou mogen doen, wat zou je dan wensen?
Dat iedere mens de kansen en de ruimte krijgt om haar/zijn/hun talenten ten volle te ontwikkelen. Ik ben een vurige voorvechter van mensenrechten. Als we erin slagen om ieders mensenrechten te respecteren, dan ligt de weg open naar gelijkheid en hopelijk wereldvrede.
Naar wie kijk jij op?
Daar hoef ik niet lang over na te denken: Simone Veil. Deze Franse advocate was de eerste vrouw ooit die voorzitter van het Europees Parlement werd. Ze was haar tijd ver vooruit en durfde in te gaan tegen de wil van haar eigen politieke partij als dat nodig was. Als Franse minister van Volksgezondheid haalde ze in 1975 abortus uit het strafwetboek.
Wat is jouw levensmotto?
Je kan de golven niet bedwingen, maar je kan wel leren surfen. (vrij vertaald naar Jon Kabat–Zinn)