In overeenstemming met de Europese richtlijn (2018/1808) zal de Brusselse mediawet licht gewijzigd worden. De richtlijnen vanuit Europa zijn vooral bedoeld om een ‘level playing field’ te creëren voor lineaire en non-lineaire media gezien de veranderende kijkgewoontes van de consumenten.
Internationaal wil de Europese richtlijn grote spelers als Youtube en Netflix beter reguleren. De huidige wijzigingen vanuit de federale overheid zijn slechts van toepassing voor een beperkt aantal mediaspelers. De federale overheid is via het BIPT enkel bevoegd voor Brusselse media die niet uitsluitend Nederlandstalig, of Franstalig zijn zoals o.a. de sportzender Eleven Sports en Maghreb TV. Andere mediaspelers vallen onder de bevoegdheid van de gemeenschappen of worden in een andere Europese lidstaat gereguleerd (vb. Netflix).
De gebruikers van videoplatformen, vooral minderjarigen, maken steeds meer gebruik van inhoud op die platformen, hetzij om zich te ontspannen, hetzij om zich te informeren. Daarom is het belangrijk dat aanbieders van videoplatformdiensten onderworpen worden aan gelijkaardige regels als de “traditionele” televisiespelers. Denk aan commerciële communicatie (reclame), bescherming tegen haatdragende boodschappen of tegen inhoud die schadelijk is voor minderjarigen.
Een paar zaken die behandeld en gewijzigd worden voor non-lineaire media zijn de regels rond productplaatsing, reclamebanners en telewinkelen zoals ze gelden voor ‘traditionele’ media. Een andere wijziging, parallel met wat in de gemeenschappen geldt, is dat de media-aanbieder onafhankelijk moet zijn van politieke partijen of organisaties die werkgevers of werknemers vertegenwoordigen.
De aangepaste wettekst moet nog naar de Raad van State voor advies en goedgekeurd worden door de Kamer, alvorens in werking te treden.
