Voor de contractuele ambtenaren van tien federale overheidsorganisaties wordt in de toekomst ook een tweede pensioenpijler uitgebouwd, zoals dat eerder ook al voor een deel andere overheidsorganisaties ingevoerd is. Dat werd deze middag goedgekeurd op de federale ministerraad. 'Op die manier willen we de grote verschillen tussen contractuele en statutaire ambtenaren gaandeweg wegwerken', zegt minister van Ambtenarenzaken Petra De Sutter.
De tweede pensioenpijler is een aanvulling op het wettelijke pensioen. Jaarlijks zal de overheid - door de dienst BOSA - 3 procent van de jaarwedde van de medewerker storten in een fonds. Het is een eerste stap om de grote verschillen tussen medewerkers met verschillende statuten weg te werken. Deze beslissing gaat over de ambtenaren van onder andere De Nationale Bank, de Raad van State en het Instituut voor Gerechtelijke Opleidingen. Bij een eerdere beslissing in mei 2019 werd diezelfde regeling al ingevoerd bij andere overheidsorganisaties.
'Het is mijn uitgesproken toekomstvisie en die van de regering om de verschillende statuten binnen de federale overheid dichter bij elkaar te brengen', zegt minister De Sutter. 'Dat past ook in mijn beleidsnota die ik een paar weken geleden voorstelde om de overheid als werkgever een pak aantrekkelijker te maken. De grote verschillen tussen bijvoorbeeld contractuele en statutaire ambtenaren, zoals de pensioenregeling, doen veel getalenteerde, veelbelovende profielen twijfelen over een carrière als ambtenaar. Dat kan niet de bedoeling zijn en dat willen we rechttrekken. Maar natuurlijk altijd met de zekerheid dat wie voor de overheid werkt, dat ook in de toekomst op een objectieve, sociaal beschermde manier kan blijven doen.