Het handelsakkoord tussen de EU en Vietnam ligt woensdag ter stemming in het Europees Parlement. De Greens/EFA vroegen maandag reeds uitstel met een amendement dat niet weerhouden werd: 121 parlementsleden stemden voor, 231 tegen en 12 onthielden zich (in het totaal stemden 364 europarlementsleden). Als gevolg hiervan besluiten de groenen om tegen het handelsakkoord stemmen. "Het is jammer dat het Europees Parlement geen extra tijd krijgt om betere garanties te onderhandelen voor mensenrechten, afdwingbare sociale maatregelen en meer dan een eenvoudige verwijzing naar het klimaatakkoord van Parijs," aldus Petra De Sutter.
"Dit handelsakkoord mag dan veel minder bekend zijn dan haar grote broers TTIP, CETA en Mercosur, het is daarom niet minder belangrijk. Het is het eerste handelsakkoord deze legislatuur, de stemming is daarom van symbolisch belang. Op dit moment is het akkoord vooral op vlak van mensenrechten onaanvaardbaar. Het aantal politiek gevangenen in Vietnam is sinds het begin van de onderhandelingen meer dan verdubbeld tot 138 volgens cijfers van Amnesty International. Voor ons groenen is dit een breekpunt. Wij kunnen mensenrechtenschendingen niet door de vingers zien om handel te voeren."
"In november 2018 stemde het Europees Parlement nog een ambitieuze resolutie over politieke gevangenen en nu vegen sommigen er hun mouw aan. Idem voor klimaat: in de Green Deal-resolutie vroegen we sterke, bindende en afdwingbare klimaatmaatregelen in handelsakkoorden. Dat is hier niet het geval: indien Vietnam niets doet om het Parijsakkoord na te komen, kan men enkel een expertenpanel samenroepen dat een niet-bindend rapport kan schrijven, er is dus geen enkele handhaving voorzien. Ook de liberalisering van de Vietnamese visserij toont aan dat de bezorgdheid over het milieu ondergeschikt blijft aan de economische belangen. Wat positief is zijn de beloftes voor hogere minimumlonen, maar de vraag blijft hoe afdwingbaar deze zullen zijn. Zeker omdat onafhankelijke vakbonden nog steeds verboden zijn in Vietnam. De kans dat er niets van in huis komt (ook al is er een "regression clause" getekend) is reëel," meent De Sutter.
Ook op economisch vlak is het vrijhandelsakkoord onevenwichtig. Europese bedrijven zullen dankzij een hogere export 8 miljard euro winst boeken (tegen 2035), terwijl Vietnamese bedrijven er bijna dubbel zoveel winsten uithalen: 15 miljard euro. "Dat is bijna dubbel zoveel winst voor Vietnamese als voor Europese bedrijven. Het kan niet zijn dat de EU haar standaarden laat zakken om koste wat kost handel te kunnen drijven. "Deze stemming toont aan dat het handelsbeleid van de nieuwe Europese Commissie niet anders is dan dat van de vorige Commissie. Het is "business as usual". Ook al zitten er een paar clausules in het akkoord, deze volstaan niet als stok achter de deur," vindt De Sutter.
Volgens de laatste Special Eurobarometer "opinions about free trade and solidarity" (april 2017) blijkt dat Belgen verdeeld zijn over vrijhandel. 58% van de Belgen beschouwt globalisering als een bedreiging voor jobs en bedrijven in eigen land. Enkel de Grieken (67%) en de Fransen (59%) zijn nog negatiever over deze trend.
Het akkoord verdeelt ook de socialistische familie. Hoewel een meerderheid van de S&D-fractie voor het akkoord stemt, inclusief de sp.a, verzetten Franstalige socialisten zich tegen het vrijhandelsakkoord.
PRESS RELEASE - Strasbourg, 11 February 2020
Vietnam Trade Agreement
A wasted opportunity to support sustainable development and human rights
Tomorrow, Members of the European Parliament will vote on the European Union's trade agreement with Vietnam. The Greens/EFA group will vote against the agreement on the grounds of the Vietnamese government's continuing human rights abuses, repression of opposition and organised labour, continued deforestation, lack of enforceable human, environmental and social standards and exclusive rights for investors. In its position on the European Green Deal, the European Parliament called for higher standards in trade agreements.
Heidi Hautala MEP, Greens/EFA group coordinator in the International Trade Committee in the European Parliament, comments:
"Agreements between the EU and Vietnam are undoubtedly very important geopolitically, however, this was a wasted opportunity to support sustainable development and human rights. Vietnam has made progress in reforming its labour rights but has on the other hand failed to amend its penal code to allow workers to enjoy those very rights. Oppression has become more severe, even during the last stage of the finalisation of these agreements. That is why our group cannot yet support the deal."
"The Parliament, by giving its consent, takes a heavy responsibility for making its own demands happen in reality, on sustainable development, human rights and participation of independent civil society. The Commission and its Vietnamese counterparts should set up an independent monitoring mechanism on human rights and an independent complaints mechanism with a recourse to remedy. We need a clear signal that this trade deal is not the end, but a beginning of positive developments in Vietnam."
