Vandaag debatteert het Europees parlement over het Europese gezondheidsbeleid na COVID-19. Arts en Europarlementslid Petra De Sutter (Groen) onderhandelde namens de Groene Fractie over een gezamenlijke resolutie, die vrijdag gestemd zal worden. ‘Het is triest dat er zo’n grootschalige gezondheidscrisis nodig was om gezondheid bovenaan de Europese agenda te krijgen', zegt Petra De Sutter. 'Maar nu moeten we vooral lessen trekken voor de toekomst. Het Europees Parlement vraagt de EU om niet alleen werk te maken van een betere crisisparaatheid, maar ook om de vele gezondheidsuitdagingen en -risico's op lange termijn aan te pakken.'
Vriend en vijand waren het erover eens dat de EU momenteel niet over voldoende instrumenten beschikt om een noodsituatie als COVID-19 te managen. 'Volksgezondheid is voornamelijk een nationale bevoegdheid', vertelt Petra De Sutter, 'maar ik zie toch nog veel ruimte voor de EU om meer te doen binnen de bestaande bevoegdheidsverdeling dan wat ze nu doet. We merken dat de Europeanen daar ook vragende partij voor zijn.' De gezamenlijke resolutie stelt daarom o.a. voor om een Europees gezondheidsresponsmechanisme - een soort task force - op te richten om toekomstige crisissituaties beter te coördineren en op te vangen. Daarnaast zouden lidstaten zogenaamde ‘stresstests’ moeten ondergaan om te zien of hun gezondheidszorgsystemen sterk en veerkrachtig genoeg zijn. Daarvoor vraagt de resolutie dat de Europese Commissie minimumnormen voor gezondheidszorg vastlegt.
Voorts moeten er meer middelen en bevoegdheden gaan naar het Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding (ECDC) en het Europees Geneesmiddelenagentschap (EMA). Ook zou men moeten zorgen voor meer Europese productie van essentiële medische middelen, om de afhankelijkheid van derde landen te verminderen.
Tijdens de onderhandelingen benadrukte Petra De Sutter nog dat Europa meer actie moet ondernemen om de wereldwijde toegang en betaalbaarheid van een toekomstig COVID-19-vaccin te garanderen. ‘Wie als eerste het vaccin toegediend krijgt en waar, is geen vraag voor de farmaceutische industrie om te beantwoorden, maar voor het beleid', aldus De Sutter. ‘Daarom zijn er voorwaarden nodig rond transparantie, betaalbaarheid en toegankelijkheid, wanneer de EU en haar lidstaten contracten afsluiten met de farmaceutische sector. En dwanglicenties als ultieme stok achter de deur moeten mogelijk zijn.'
Tot slot benadrukt De Sutter dat de EU naast crisisbeheer en de toegang tot een vaccin voor COVID-19 ook de structurele gezondheidsuitdagingen aanpakken . ‘Ik hoor al jaren dat preventie op de eerste plaats moet komen. Da's goed voor de patiënten, maar op lange termijn ook goed voor de nationale gezondheidsbudgetten. Laten we daar nu eens eindelijk werk van maken’, aldus De Sutter.
De resolutie die voorligt, verwijst ook naar het manifest van de Wereldgezondheidsorganisatie en het principe van ‘One health’. Dat stelt dat mens, dier en omgeving onlosmakelijk verbonden zijn, en dat er daarom een integrale aanpak van gezondheid nodig is. De Sutter: ‘Onze menselijke gezondheid is sterk verbonden met de manier waarop we met onze leefomgeving omgaan. Dr. Tedros van de WHO zei het eerder ook al. Als we Europa gezonder willen maken, moeten biodiversiteit en klimaatverandering mee opgenomen worden in het beleid. Het is een belangrijk signaal dat het Europees Parlement dit ook erkent in de gezamenlijke resolutie die op tafel ligt’.
Het debat vindt vanavond plaats vanaf 20u, en vrijdag wordt er over de gezamenlijke resolutie gestemd. Deze resolutie werd ingediend door EPP, Greens/EFA, S&D, Renew en GUE . De politieke groepen ID and ECR steunen de resolutie niet.